Bij de vernieuwing van een toevoerleiding in Ieper stootten de medewerkers van De Watergroep op een unieke vondst. Nader onderzoek leert dat de houten balken die ze onder de grond aantroffen, niets minder zijn dan zogenaamde moerbuizen die tijdens de middeleeuwen dienden als waterleiding. Zo stootten de techniekers van het waterbedrijf op het vakmanschap van hun eigen voorgangers, waarschijnlijk 500 tot 700 jaar geleden.
Op het einde van de 13de eeuw beschikten 3 steden in West-Vlaanderen over een ondergronds waterleidingsysteem: Brugge, Damme en Ieper. Vaak betrof het een netwerk van meerdere waterleidingen die werden gebruikt om water op te vangen in reservoirs buiten de stad, om het vervolgens te verdelen naar verschillende stadswijken.
Uit diverse schriftelijke bronnen, vooral over Brugge, blijkt hoe in de 13de eeuw een complex systeem van waterreservoirs, buizen en een waterrad werd gebruikt om de stad te bevoorraden van vers water. Daarbij werd deels gebruik gemaakt van loden pijpen, maar ook van zogenaamde houten moerbuizen.
De toevallige vondst van moerbuizen aan de Dikkebusseweg in het zuidwesten van Ieper is vrij uniek, omdat zowel de tand des tijds als de Grote Oorlog een belangrijke impact hebben gehad op wat vandaag van deze waterleidingen nog in en rond Ieper nog terug is te vinden.
Intussen werd contact genomen met archeologen. De Watergroep onderzoekt hoe de vondst zo goed mogelijk kan worden beschermd om verdere aantasting te vermijden. Deze unieke vondst zal je in de toekomst kunnen terugvinden in het bezoekerscentrum van De Watergroep De Blankaart in Diksmuide.
Bron – De Watergroep